Persoonlijkheidsontwikkeling

 

In de brugklas was een leerling uit een havo/vwo een stille jongen, in de pauze zat hij vaak alleen, keek hij naar wat er om zich heen gebeurde en maakte daar in zijn hoofd een verhaaltje bij. Vol fantasieën zat deze jongen. Graag zou hij de verhalen uit zijn hoofd door de aula schreeuwen, maar dan zou iedereen hem toch maar raar aankijken. Veel vrienden had hij niet, alleen zijn broer uit de 4e sprak hij af en toe op school. Zijn broer had een leuke vriendin, ook daar maakte de brugger geen kans bij, geen meid die naar hem omkeek. Tot er op een willekeurige donderdag een flyer hing van de schoolkrant redactie, ze waren opzoek naar een brugger die graag een stukje wilde schrijven.  Hij twijfelde, maar dacht: “Ach, wie leest die krant nou?” Hij zond een verhaal in en het verhaal kwam in de schoolkrant. Opeens kwam een groep meisjes uit zijn klas op hem af, ze vroegen of hij de schrijver was van het stukje uit de krant. Daar ging een knop om, veel stukjes volgden en de brugger kwam losser. Uiteindelijk is de brugger nu een 4e klasser, lid van de leerlingenraad, speelt in de musical en vermaakt zich prima elke pauze met zijn vrienden.

 

Dit scenario is een prima voorbeeld van de persoonlijkheidsontwikkeling die een adolescent kan doormaken, hier zie je dat een brugklasser zich niet durft te uiten, stil is en zich afzijdig houd. Doordat hij doorkrijgt dat zijn talent en persoon op zich toch wel kunnen worden gewaardeerd weet hij zich te ontwikkelen tot een extrovert persoon, daarnaast weet hij zich ook te ontwikkelen van meegaand persoon naar een meer dominante persoon. Dit zijn factoren die bij de Big Five horen

 

De Big Five, zijn vijf persoonlijkheidsdimensies, waarin er twee extremen zijn een persoonlijkheid staat ergens tussen deze twee extremen (Ebbens & Ettekoven, 2013). 

 

Morele ontwikkeling

http://www.npo.nl/de-school/07-01-2014/BNN_101344299

Het BNN programma deschool volgt havo 4 leerlingen in de laatste 8 weken van het schooljaar. In de aflevering van 07 januari volgt het programma 2 leerlingen: Isabel & Mathijs. Deze 2 leerlingen zijn totaal verschillend.

   Isabel is 17 jaar. Zij komt van het vmbo af en zit nu in havo 4. Isabel is erg gemotiveerd. Zij weet al precies wat zij wil doen na de havo en dat geeft haar extra veel energie om veel te werken aan school om over te gaan naar het vijfde leerjaar. Wanneer Isabel haar vakken zelf mocht kiezen heeft ze onder andere gekozen voor het vak Frans. De motivatie van haar keuze is anders dan de keuzes van veel andere leerlingen. Zij heeft niet het vak Frans gekozen omdat de taal haar aanspreekt, maar zij heeft Frans gekozen omdat zij zo’n fijne en leuke docent heeft voor dit vak. Zij heeft een sterke band met de docent.

De motivatie die Isabel heeft voor het halen van goede cijfers is niet alleen voor zichzelf, ook wil zij hoge cijfers halen om haar docent Frans trots te maken.

De leraren hebben een tussentijds overleg, hier spreken zij over Isabel. Zij staat er niet goed voor dus zij blijft waarschijnlijk zitten.

Haar docent Frans helpt haar bij het oefenen van het mondeling voor Engels ondanks dit niet haar vak is.

Isabel heeft ook een toets voor economie waarvoor zij een hoger cijfer moet halen dan een 3,7 om over te gaan naar het volgende jaar. Zij haalt een 3,8 wat betekent dat ze over gaat. Wat Isabel doet: zij belt direct haar docent Frans om het goede nieuws te melden. Na de laatste les blijft Isabel even wachten om haar docent te bedanken. Bij het afscheid wordt Isabel zelfs geëmotioneerd. Dit geeft ook de sterke band weer.

    Mathijs is een heel andere leerling dan Isabel. Mathijs is 15 jaar en heeft een lastige thuissituatie. Dit kan de reden zijn waarom hij zich totaal niet interesseert in school en alles wat daar bij hoort. Hij is erg ongemotiveerd.

Mathijs luistert niet naar de docenten en mentoren op school. Hij moet vaak nakomen en maakt vrijwel nooit zijn huiswerk. Hij heeft het idee dat hij het wel zal gaan halen dit jaar. Het enige wat hem tegenzit zijn de leraren.  Volgens Mathijs heeft hijzelf een slechte naam en behandelen leraren hem daarom anders. Hoe dit komt weet hij niet. Hierdoor blijft hij zijn negatieve houding aanhouden.

Een andere reden voor zijn houding is het feit dat Mathijs niet weet welke opleiding hij wil gaan doen na de havo. Hierdoor heeft en krijgt hij geen motivatie om goede resultaten te halen op school. Zijn leven buiten school is vele malen belangrijker.

Door zijn slechte houding en de daardoor slechte resultaten blijft Mathijs zitten. In een gesprek met zijn mentor geeft hij aan het oké te vinden als zijn huidige mentor ook volgend schooljaar zijn mentor wordt. Hierbij geeft Mathijs aan dat het hem niks uitmaakt wie zijn mentor is, want hij heeft volgens hem nog nooit een goede mentor gehad. Hetzelfde geldt voor leraren.

Zijn mentor bedenkt hier later op dat het misschien wel goed voor Mathijs is dat hij zelf een soort mentor wordt. In overleg wordt besloten dat Mathijs het volgende schooljaar een jongere leerling gaat begeleiden.

 

Ik heb deze bron gekozen als voorbeeld van morele ontwikkeling omdat deze bron een goed voorbeeld geeft van de verschillende leerlingen op een school. Mathijs gedraagt zich heel negatief tegenover school en leert niet. Dit heeft slechte resultaten tot gevolg. Mathijs heef niet door dat hij dit zelf in de hand heeft. Hij denkt dat het de schuld van de leraren is en dus niet de schuld van hemzelf.

Isabel heeft wel door dat zij goede resultaten haalt als zij goed haar best doet voor school. Zij heeft een goed besef van causaliteit.

(BNN, 2014) (Hoeven, sd) (morele ontwikkeling, 2016) (Wal & Wilde, 2014)

Cognitieve Ontwikkeling

De hersenen van de mens zijn rond hun 21e levensjaar volgroeit. Dit verloopt volgens de theorie van Piaget in 4 fases. In het volgende schema worden de 4 fasen kort samengevat.

________________________________________________________________________________________________________________________________________

Fase

Uitleg fase.

1

Sensomotorische fase, 0-24 maanden

In deze fase worden de zintuigen ontwikkeld, de motoriek en het geheugen.

 

2

Pre operationele fase, 2-7 jaar

Het taalgebruik, de fijne motoriek en het egocentrisme worden hier ontwikkeld.

 

3

Concreet operationele fase, 7-12 jaar

Het kunnen vergelijken van lengte en hoeveelheid wordt ontwikkeld net zoals het kunnen ordenen, tellen en rekenen.

 

4

Formeel operationele fase, vanaf 12 jaar

Het ruimtelijk en abstract denken wordt ontwikkeld en het kind leert logisch te denken en conclusies te trekken.

________________________________________________________________________________________________________________________________________

Dit zijn alle fases van de cognitieve ontwikkeling volgens Piaget. In dit adolescentenportret wordt gesproken over de adolescent. De adolescent zit in fase 4.

Door de cognitieve ontwikkeling leert een adolescent planningen maken en systematisch werken. Dit komt omdat de adolescent een verantwoordelijke rol op zich gaat nemen. Een adolescent is immers ook bijna volwassen en dus zelfstandig.

Hieronder staan 2 schema’s (Planning 1 en Planning 2). Deze zijn beide gemaakt door adolescenten. Zij verschillen 2 jaar in leeftijd van elkaar.

Planning 1 is gemaakt door een VMBOKB leerling van 15 jaar oud. Deze planning is vrij simpel en is gemaakt voor 1 week. Er staat alleen aangegeven op welke dag welk vak geleerd moet worden. Er is verder niet aangegeven hoelang deze leerling hieraan gaat werken en hoeveel vrije tijd is ingepland.

Planning 2 is gemaakt door een VMBOKB leerling van 17 jaar oud. Deze planning is uitgebreider en duurt 3 weken. In deze planning staat aangegeven welk vak er geleerd moet worden op welke dag. Ook is in deze planning aangegeven wanneer de leerling moet werken en wanneer er gerust mag worden.

De planningen verschillen in meer onderwerpen van elkaar, Planning 1 begint bijvoorbeeld direct met het leren van de stof in tegenstelling tot Planning 2. Deze begint eerst met het doornemen ervan, zodat in geval van tijdnood in ieder geval alles al is doorgenomen.

Wanneer er geen informatie gegeven was over de leeftijd van de 2 adolescenten was het ook al te raden wie hier het meest cognitief ontwikkeld is. Planning 2 is uitgebreider, overzichtelijker en geeft niet alleen het moment van leren weer, maar ook wanneer de stof doorgenomen wordt en wanneer er pauzes gehouden worden.

(De ontwikkeling van Piaget, 2016) (Jean Piaget, 2009)

Dag Planning. (Planning 1)
Zaterdag Boekje NL leren
Zondag Boekje NL leren
Maandag Boekje NL leren Engels leren
Dinsdag Engels leren Bio samenvatting leren
Woensdag Bio boek A+B leren
Donderdag Bio A+B leren Wiskunde leren
Vrijdag Wiskunde leren
Dag Planning Dag Planning (Planning 2)
18-04 Rust/werken 29-04 Door nemen Ned en Eng
19-04 Door nemen van alle vakken / Voetbal 30-04 Voetbal
20-04 Rust/werken 01-05 Rust
21-04 Door nemen van alle vakken 02-05 Doornemen alles
22-04 Door nemen van Ned en Eng 03-05 Rust/ Voetbal
23-04 Voetbal 04-05 Alles leren
24-04 Rust 05-05 Alles leren
25-04 Door nemen Wis en Eco 06-05 Rust
26-04 Rust/ Voetbal 07-05 Leren Wis en Eco
27-04 Door nemen Wis en Eco 08-05 Leren Ned en Eng
28-04 Rust/werken

Seksuele Ontwikkeling

Tijdens de adolescentie is er ook seksuele ontwikkeling. In deze periode verandert er veel in het leven van een jongere. Er vinden veel veranderingen plaats op verschillende gebieden, de jongere krijgt bijvoorbeeld ander soort relaties met anderen en houdt zich steeds meer bezig met het beeld dat hij/zij van zichzelf heeft. Er vindt een identiteitsontwikkeling plaats.

Wanneer je kijkt hoe deze ontwikkeling plaatsvindt binnen de schoolmuren is het interessant om te kijken hoe de leerlingen zich gedragen en kleden tijdens een schoolfeest. Schoolfeesten worden gehouden in het schoolgebouw maar er hangt tijdens deze avonden een heel andere sfeer in het gebouw dan tijdens de lesuren. Vrijwel iedereen zit in een feeststemming en de leerlingen houden zich ook niet bezig met het feit dat ook de leraren erbij zijn.

Bij de ingang van de school, wanneer het schoolfeest begint, is er al een groot verschil te zien bij de leerlingen als je hen vergelijkt met hoe zij eruit zien op een normale schooldag. De leerlingen komen binnen in andere soort kleding. Wanneer de meiden normaal gesproken lopen met een lange spijkerbroek en een vest aan, komen zij nu aan in een strakke rok boven de knieën gecombineerd met een leuk (navel) shirtje. Ook zitten bij hen de haren los en in de krul, de jongens houden het bij eau de parfum. De leerlingen zijn er echt mee bezig met hoe zij eruit zien en hoe anderen hen zullen zien.

Niet alleen het uiterlijk van de leerlingen is anders, ook het gedrag is anders. Leerlingen lopen normaal rustig door de schoolgangen, nu wordt hier naar elkaar toe gerend en vertellen zij klasgenoten alle nieuwtjes die vlak daarvoor zijn gebeurd. Denk hierbij aan gesprekken over meisjes en jongens die zojuist voor het eerst gezoend hebben en de nieuwe relaties die ontstaan op het schoolfeest.

Wanneer na het schoolfeest weer de eerste les begint en de docent gaat vragen naar alles nieuwtjes wordt er stiekem gegiecheld maar er wordt niks verteld. De leerlingen hadden niet eens door dat de docent ook op het schoolfeest was en alles gewoon heeft gehoord en gezien. ;)

(Persoonlijke en Identiteitsontwikkeling, sd) (Wal & Wilde, 2014)

Neurologische Ontwikkeling

 

De neurologische ontwikkeling is al in de laatste fase bij de adolescent, in deze fase ontwikkelt zich de kunde om zelfstandig te denken en beslissingen te nemen.  Hoever een adolescent daarmee is wordt al getest aan het einde van de onderbouw op het voortgezet onderwijs.  Op bijna elke school moet een leerling een profielkeuze maken, dit omdat men denkt dat de neurologische ontwikkeling al een punt heeft bereikt, waarop de leerling, een beslissing kan maken over welk vakkenpakket en welke richting hij op wil met zijn of haar onderwijs. Tijdens deze ontwikkeling gaat de adolescent zijn eigen meningen vormen en dit gaat vaak gepaard met het altijd het tegenovergestelde willen doen van wat de ouders en docenten zeggen.  De neurologische ontwikkeling heeft veel te maken met de cognitieve ontwikkeling, de hersencapaciteit wordt ontwikkelt, met name de frontaalkwab, waar onze emoties, gevoelens en eigenschappen zich bevinden (Wal & WIlde, 2014).